Leesfragment 2 uit De laatste vlucht

Hieronder vind je een kort leesfragment uit de roman De laatste vlucht

Isabel is bij de archeologische site Kültepe en praat met Ersin en Alper over een mogelijke polemiek - een pennenstrijd - voor de krant waarvoor zij werkt.

Alper bracht het gesprek op de vraag van Isabel, hoe zij dachten over een pennenstrijd in de krant waar zij voor werkte. Ersin legde zijn bestek weg en vroeg, kijkend naar Alper:
‘Wat heb je haar geantwoord?’
‘Nog niets, dus ga je gang.’
‘Je brengt er levens mee in gevaar.’
‘Pardon?’
Isabel meende het bloed te horen suizen in haar oren, het gelach en gepraat van de studenten om haar heen was vervaagd tot een geroezemoes op de achtergrond.
Ersin nam zijn bestek weer op en sneed een stukje van zijn pizzapunt af en stak het in de mond. Hij kauwde langzaam. Toen zei hij:
‘Ik snap dat je geschokt bent, je bent hier nu twee, drie weken?’
Isabel knikte.
‘Jij komt uit een fijn stabiel landje aan de Noordzee waar transparantie de norm is. Jij kunt elk feit, de ene keer met wat meer moeite dan een andere keer, boven tafel krijgen. Jullie Noordzee is grijs en grauw, troebel. Onze Middellandse Zee is helderblauw. Mijn persoonlijke stelling is dat de transparantie van de zee omgekeerd evenredig is aan die van het land dat eraan grenst.’
‘Het lijkt me stug dat er een causaal verband is, maar ik moet zeggen dat ik het een fraai beeld vind,’ zei Isabel.
Ersin glimlachte.
‘Dank je. Dat was één punt. Nu een tweede. Turkije is een land met enorme tegenstellingen. Er zijn nog altijd miljoenen en miljoenen mensen die niet kunnen lezen en schrijven, het aantal wordt afhankelijk van de bronnen geschat op zo’n 20% van de bevolking en er zijn nog altijd miljoenen meisjes die niet naar school gaan. Daartegenover staan de vele mannen én vrouwen die een universitaire studie gevolgd hebben. Het onderwijs voor vrouwen werd door Atatürk sterk gestimuleerd, dankzij zijn beleid kon mijn moeder bijvoorbeeld studeren. Tegenwoordig neemt het aantal vrouwen dat naar de universiteit gaat, helaas weer flink af. Er bestaan ook enorme verschillen tussen arm en rijk, tussen beschikbare medische zorg afhankelijk van waar je woont en de politieke ideologieën liggen mijlenver uiteen. Dat is punt twee. Dan heb je nog punt drie. Wij hebben een cultuur waarin we uitermate dankbaar zijn voor geluk terwijl we tegenslag gelaten accepteren. We hebben niet het gevoel dat we ons leven zelf kunnen sturen, dat we rechten hebben. We gaan de barricades niet op als we het ergens niet mee eens zijn, het zit domweg niet in onze aard, uitzonderingen daargelaten. Punt vier. Wij kennen een geschiedenis van geweld en onderdrukking. Staatsgrepen en geheime organisaties houden ons land in de greep. Mensen zijn bang, bang om opgepakt te worden, bang om dierbaren aan een politieke strijd te verliezen. Bovendien willen ze niet meer in de rij hoeven staan voor een pond suiker en dus houden we ons stil…’
‘Als ik met mijn vrienden telefoneer, spreek ik in code,’ nam Alper het over, ‘zelfs over heel gewone dingen. Vanmiddag belde ik Battal, je weet wel, onze chauffeur, en in plaats van dat ik hem vroeg of hij Ersin had opgepikt, vroeg ik hem of hij het pakketje had opgehaald.’
Isabel dacht even na. Toen zei ze:
‘Ik begrijp wat jullie zeggen en ik meen ook te begrijpen dat mensen bang zijn zich uit te spreken. Dus aan zo’n pennenstrijd zitten minstens twee hachelijke kanten. Enerzijds heb je kans dat iemand niet zal schrijven wat hij werkelijk vindt, uit angst opgepakt te worden.’ Zoals de gewapende journalist die nu vastzat, dacht ze met een steek in haar hart. ‘Maar als iemand wél zijn mond open wil doen, is die iemand waarschijnlijk een grens over gegaan en heb je kans op extreme meningen, zie ik dat goed?’
‘Juist, heel juist!’ zei Ersin, ‘je zult ongetwijfeld iemand kunnen vinden die zijn mening graag wil laten horen, die wellicht verwacht onder bescherming van de Nederlandse staat te kunnen opereren en die zelfs bereid is de rol van martelaar op zich te nemen. En daarin schuilt een groot gevaar, niet alleen voor diegene zelf, maar ook voor zijn gezin, zijn familie.’
‘En er is nog een punt,’ zei Alper langzaam, ‘kun je überhaupt wel een pennenstrijd voeren als de achtergronden van de bijdragers zo enorm uiteenlopen?’
Inderdaad, een belangrijk punt.
Isabel begon te lachen en vroeg: ‘Weten jullie dat wij in Nederland een partij voor de dieren hebben?’
Een groter verschil in politieke omstandigheden was amper denkbaar. En ze vertelde nog steeds lachend over het gebouw dat de partij na de verkiezingen had ingenomen in Den Haag; daar bleek een muizenplaag te heersen. Ze moesten die beestjes natuurlijk op een diervriendelijke manier uit het gebouw zien te krijgen. Die situatie had tot flink wat politiek gegniffel geleid…!
Vlak voor Isabel weer naar huis werd gebracht, wees Ersin naar de hemel:
‘Ik had nu graag op een positieve manier deze boeiende avond willen afsluiten, maar helaas moet ik jullie mededelen dat ons morgen niets dan regen wacht.’
Isabel en Alper keken beiden naar de donkere lucht waarin heldere sterren straalden en Isabel vroeg, hopend op een interessant meteorologisch weetje:
‘O ja? Hoe kun je dat zien?’
‘Dat, mijn beste Isabel, weet ik omdat ik aan het begin van de avond de voorspellingen voor Kayseri gecheckt heb.’

Einde leesfragment 2

Klik hier voor het eerste leesfragment.

Gemiddelde beoordeling
No rating yet
Jouw beoordeling
>